Rasinformatie
Rasstandaard
De rasstandaard van de American Staffordshire Terriër volgens de F.C.I.
FCI-Standaard Nummer 286 01.12.1997/EN
Algemene indruk:
De American Stafforshire Terrier behoort de indruk te geven van grote kracht in verhouding tot zijn grootte. Een hond die stevig in elkaar zit, gespierd maar ook lenig en gracieus is en attent ten opzichte van zijn omgeving. Hij moet geblokt zijn, mag geen lange poten hebben en niet ‘racy’ in outline zijn. Zijn moed is spreekwoordelijk.
Hoofd:
Middelgroot, ovaal diep, brede schedel, zeer uitgesproken wangspieren, duidelijke stop en hoog geplaatste oren. De mond is middelgroot, afgerond aan de bovenkant en abrupt naar beneden vallend onder de ogen. Sterke, duidelijk afgetekende kaken. De onderkaak behoort bijtkracht te hebben. De lippen sluiten en zijn gelijk, niet los. Boventanden moeten bij de voortanden aan de buitenkant nauw aansluiten (een zgn. schaargebit). De neus moet duidelijk zwart zijn. Het ongecoupeerde oor moet kort zijn en wordt gedragen als een zogenaamd ‘ half rose’ of ‘prick’ oor. Een geheel hangend of staand oor is fout.
Mond:
Middelgroot, afgerond aan de bovenkant en abrupt naar beneden vallend onder het oog. Er zijn sterke, duidelijke afgetekende kaken. De onderkaak behoort bijtkracht te hebben. De lippen sluiten en zijn gelijk, niet los. De boventanden moeten bij de ondertanden aan de buitenkant nauw aansluiten en het zogenaamde schaargebit vormen.
Neus:
Moet duidelijk zwart zijn.
Oren:
Hoog aangezet, gecoupeerd of ongecoupeerd. Het ongecoupeerde oor heeft de voorkeur. Het ongecoupeerde oor dient kort te zijn en wordt gedragen als een zogenaamd ‘half rose’ of ‘prick’ oor. Een geheel hangend oor is fout.
Ogen:
Donker, rond, diep in de schedel liggend en ver uit elkaar staand. Er mogen geen roze oogleden voorkomen.
Nek:
Zwaar en licht gebogen, taps toelopend van de schouders naar de achterkant van de schedel. Van middelmatige lengte. Er mag geen losse huid zijn.
Schouders:
Sterk en gespierd met ruime en hellende schouderbladen.
Rug:
Tamelijk kort, licht hellend vanaf de schoft naar de romp met een kleine, korte helling naar de staartaanzet. De lendenen een weinig naar binnen vallend.
Lichaam en borst:
Ribben goed gewelfd, dicht naast elkaar, tot ver naar achteren geplaatst. Voorpoten tamelijk wijd uit elkaar geplaatst zodat de borst zich kan ontwikkelen. Brede en diepe borst.
Poten:
Voorpoten recht met groot, rond ‘bone’, recht op de voeten. De voorpoten staan recht naast de borst. De achterhand moet goed gespierd zijn, goed gehoekt en niet naar binnen of buiten gedraaid. Compacte, niet al te grote voeten.
Staart:
Kort in verhouding tot de grootte van de hond; laag aangezet en in een fijne punt toelopend. Niet gekruld en ook niet over de rug gedragen. Ongecoupeerd.
Beweging:
Het gangwerk moet veerkrachtig zijn zonder te rollen of telgang.
Vacht:
Het haar is kort, strak, hard aanvoelend en glanzend.
Kleur:
Iedere kleur, egaal, gedeeltelijk gevlekt of gevlekt is toegestaan. Echter geheel wit, meer dan 80% wit , black and tan en leverkleur moeten niet worden aangemoedigd.
Hoogte en gewicht
Bij reuen bij voorkeur een schofthoogte van 46 tot 48cm en bij teven de voorkeur van een schofthoogte van 43 tot 46 cm.
Hoogte en gewicht moeten in een goede verhouding tot elkaar staan.
Fouten
Een leverkleurige of bruingevlekte neus, lichte ogen, lichte of roze oogranden, te lange staart, slecht gedragen staart en boven – of onderbeet en overtollige huid
Fouten welke leiden tot diskwalificatie
Aggresieve of zeer angstige honden, en elke hond welke lichamelijke of gedrags stoornissen vertoont
Notabene
Een reu dient twee normaal afgedaalde zaadballen in het scrotum aanwezig te hebben. Alleen gezond functionerende honden met typische raskenmerken dienen opgenomen te worden in het fokprogramma.